Wees iemand die meegaat diep in de nacht
Cora is een slavin op een katoenplantage in Georgia in de 19e eeuw. Haar helse leven staat op het punt nog erger te worden. De wrede blanke eigenaar heeft een oogje op haar laten vallen. Ze besluit om te vluchten samen met Caesar, een jonge slaaf. Met hulp van de ondergrondse spoorweg (een netwerk van anti-slavernij activisten) begint ze een huiveringwekkende tocht door de zuidelijke staten van Amerika naar het vrije noorden, met de slavenjagers op haar hielen. In al die staten wordt Cora geconfronteerd met groteske vormen van racisme en terreur. Als lezer sta je versteld hoe diep ontmenselijking en geweld zich zo invreten in mensen. Hoe veel blanken stonden te genieten van het ophangen in het openbaar op vrijdagavond van zwarte slaven en van blanken die hen hielpen. De vraag die bij het lezen van dit aangrijpende boek van Colson Whitehead steeds bij me opkwam was: waar heeft Cora, waar heeft Caesar , waar hebben al die tienduizenden anderen de moed vandaan gehaald om middenin hun doodsbestaan daar uit te breken? Welk verlangen naar leven en liefde voor het leven heeft hen gedreven? Dat verlangen om het leven te te bewaren te midden van alle doodsdreiging , lijkt met hen mee te trekken op hun tocht naar vrijheid. En niemand kan dat verlangen naar waarlijk leven, afnemen, ook niet als dat je het leven kost. Die spirit van onverwoestbare liefde voor het leven kun je zo ook proeven in bijbelverhalen.