zijn naam opschrijven in Hannover

zijn naam opschrijven in Hannover

(W.C. van den Berg, 1923-1945)

 

Wie lagen in de jaaghut daar

op schootsafstand van de poort

scheurden de grond met ploeg

zicht op glimmende SS-knopen?

 

Wie keek weg als hij langs Neuengamme

als hij het schreeuwen hoorde bij de steengroeve?

 

Zij joegen hem zeventig jaar geleden

in de kilte van februari ‘45

over de velden naar Hannover-Mühlheim.

 

Wie er bij waren, wat hij aan had,

kon hij nog mededogen

wat hij zag onderweg,

welke droom hem op de been hield

 

wat hij tot de Naam riep, wat hij afdwong?

 

vond zijn voet een plek om te staan

vond zijn mond een woord dat warm maakt

vond zijn ziel een teken van hemel?

 

hoe eenzaam is hij gevallen in Hannover

opgejaagd naar Bergen Belsen

of  net niet meer

uitgemergeld in schuldig landschap.

 

Zijn naam zal ik schrijven in de aarde

zijn leven oprichten in Hannover.

 

Willem van den Berg, rossige pastor

ogen vol gein, teksten met geestdrift.

Individu en maatschappij, persoon en gemeenschap.

Over individu en maatschappij, persoon en gemeenschap
In dit artikel denken we na over de relatie tussen individualiteit en collectiviteit en tussen persoon en gemeenschap. Welke spanningen en verbindingen bestaan er tussen deze koppels kernbegrippen? Het eerste onderscheid dat we overdenken is dat tussen individu en persoon. Het tweede  het onderscheid dat tussen maatschappij en gemeenschap. Vervolgens gaan we na in welke maatschappelijke verbanden de relatie tussen persoon en gemeenschap zichtbaar worden en in welke die tussen individu en maatschappij. Daarna zoomen we in op de religieuze gemeenschap en gaan we op zoek naar kenmerken van een religieuze gemeenschap. Een van die kenmerken is het oog krijgen voor de ander als persoon. Aan de hand van de parabel van de Barmhartige Samaritaan laten we zien hoe de zorg voor de concrete ander er in de Joodse en vroegchristelijke gemeenschap uit zag . We eindigen het artikel met de concretisering van de aandacht voor de persoon van de ander in de context van het onderwijs. De school is op te vatten als een gemeenschap waarin leraren, leerlingen en leidinggevenden ontdekken wat er toe doet om tot echt samenleven te komen (Stern, 2009). Lees verder Individu en maatschappij, persoon en gemeenschap.

Symboliseren kun je leren

Want hoe oud is de wind, het klateren

de geur van het gras en het kalme razen van de wolken?

Hoe lang is men kind en blijft in zichzelf ter plekke

voor men uit avontuurlijkheid of honger verder trekt?

[uit: Zelfportret als element, Pieter Boskma,  Zelf, De Bezige Bij Amsterdam, 2014, p. 42].

 

Inleiding:

Hoe ontstaat verbeeldingsruimte bij kinderen? Waardoor krijgen kinderen een gevoel voor en een besef van de taal van het hart? Op welke manieren leren kinderen de verbinding tussen het zichtbare en onzichtbare in eigen woorden en beelden uitdrukken? Deze drie vragen heb ik mezelf gesteld voor dat ik dit artikel ging schrijven. In dit artikel wil ik nadenken over de basisvraag: zijn leerlingen van de basisschool in staat samen in gesprek te raken met een religieuze bron? Door enkele voorbeeldverhalen uit te werken wil ik voldoende beelden wakker roepen bij de lezer van dit artikel om zelf antwoorden op deze vragen te komen.

Lees verder Symboliseren kun je leren

Religiositeit

Religiositeit
hemel en aarde 3 001Religiositeit kun je volgens Herman van Praag beschouwen als een vorm van fijngevoeligheid (Van Praag, Net voorbij de rede, Boom, 2014). Daardoor kan een mens blijven verlangen naar een goed leven in de wereld van morgen. Verbeelding speelt in de ontwikkeling van een persoonlijke religiositeit een belangrijke rol. Zo ook de voorstelling van een ultieme werkelijkheid. Deze werkelijkheid kun je omschrijven als ultieme creativiteit, goedheid, waarachtigheid en gerechtigheid. Volgens van Praag is religiositeit een elementaire menselijke behoefte aan zingeving die een mens uitdaagt zich te bezinnen op wat een waardig en zinvol leven is.

 

Leerlingen van Abraham, kelners van God

Gastvrijheid is in de drie ‘gemeenschappen van het schrift’, Jodendom, Christendom en Islam, een belangrijke spirituele, morele en sociale waarde en praktijk. In deze drie geloofstradities voert men de opdracht tot gastvrijheid terug op de figuur van aartsvader Abraham. In de verhalen over Abraham wordt zijn gastvrijheid als een spirituele daad getekend en als een gebod van de Barmhartige. In dit artikel beschrijven we hoe in de drie tradities verbindingen gelegd worden tussen de praktijk in de levende gemeenschappen en de verhalen over Abraham. We beginnen met enkele ervaringen uit deze tradities: hoe werkt binnen ieder van de drie gemeenschappen de traditie door in de rituele praktijk. Lees verder Leerlingen van Abraham, kelners van God